Tonka Island
Door: Wim
Blijf op de hoogte en volg Wim
25 Februari 2008 | Suriname, Paramaribo
Een nieuwe week, maar gewoon verder waar we gebleven zijn! Maandagmorgen heb ik de hele dag alleen voor de klas gestaan; mijn begeleidster had een dagje vrij. En tsja, als je dan je eigen ding mag doen, dan doe je dat ook, toch?
Na het gebed te hebben gedaan eerst maar eens even wat uit die kids halen: weekendverhalen. Toch best wel benieuwd wat ze zoal doen in het weekend. Als eerst vertellen de meeste kinderen dat ze braaf hun huiswerk hebben gemaakt en geleerd. Pas na aandringen dat het me niet om het huiswerk gaat, maar om de vrije tijd die ze hebben vertellen ze over de dingen die ze doen in het weekend. De eerste begint te vertellen dat hij uit is geweest. Ik schrik me een hoedje, maar nadat ik heb begrepen dat “uitgaan” hier betekent dat ze weg zijn geweest (op visite bijvoorbeeld) ben ik weer gerustgesteld. Veel kinderen gaan in het weekend op bezoek bij familie, vrienden of andere bekenden, net zo burgerlijk als in Nederland dus.
Na een leuk kwartiertje met ze te hebben gekletst moeten we dan toch beginnen met de echte lessen. Rekenen, lezen, taal en muziek staan op het programma. Ik mag alles op mijn manier doen, dus dan doe ik dat ook: veel interactie, veel zelf laten oplossen, weinig laten overschrijven en ik moest zelfs één keer boos worden op een leerling omdat ze voor de zoveelste keer zat te praten. Op het moment dat ik haar op een andere plek laat zitten zie je gelijk de andere leerlingen een beetje schrikken: meneer kan dus wel boos worden. De ochtend verloopt verder op rolletjes.
Totdat ik bij de muziekles kom. Niet dat deze niet op rolletjes loopt, maar als ik net leuk bezig ben met de leerlingen komt de directeur mij vertellen dat we al om half één naar huis mogen, in plaats van één uur. De kinderen springen een gat in de lucht, maar als het dan half één is, willen ze graag nog even doorgaan met de muziekles: voldoening bij mij alom!
Dinsdag word ik wakker (nouja, wakker worden na bijna niet geslapen te hebben is nou ook niet echt wakker worden) met een flinke hoofdpijn. Aangezien ik maandagavond niets geks heb gedaan en nog voor 11 uur op bed lag kan ik geen reden bedenken van deze plotselinge verhindering. Ik besluit dan ook thuis te blijven van stage. Als ik mij ’s middags wat beter voel ga ik toch maar naar een voorlichting over het Sam Sam Web Expeditie project. Een project waarbij kinderen uit verschillende landen contact hebben met elkaar en een soort wedstrijd spelen. Als blijkt dat het vijf donderdagen duurt en ik al minstens twee donderdagen niet kan, besluit ik er van af te zien, hoewel het me wel een leuk project lijkt. Na de voorlichting drink met Philip even gezellig wat in de stad en is het eindelijk weer even mannen-onder-elkaar-klets.
De dagen vliegen voorbij en voor ik weet is het alweer zaterdag. Vroeg op vandaag, want we gaan met een groep van 21 studenten een trip maken naar Tonka Island. Voor diegenen die niet weten waar Tonka Island ligt: Het is een eilandje in het Brokopondo Stuwmeer (het stuwmeer zul je zelf even moeten opzoeken op de kaart, je kunt het niet missen). Oorspronkelijk was Tonka Island een berg in het dal waar nu het stuwmeer ligt. In 1964 is begonnen met het vol laten lopen van het stuwmeer en na 15 jaar was het vol. Zeven dorpen moesten hiervoor ruim baan maken en de belangrijkste bewoner van Tonka Island, meneer Frits van Troon, is dan ook druk in de weer om ervoor te zorgen dat er nog een klein stukje van het oorspronkelijke blijft bestaan op Tonka Island.
We vertrekken om kwart voor zeven ’s ochtends met de bus richting het stuwmeer (eigenlijk half zeven, maar ondertussen ben ik al gewend aan het “Surinaams Kwartiertje”. Na een rit van ongeveer 2,5 uur over de bekende bauxietweg komen we aan bij de rand van het meer. Het uitzicht over het meer is erg bijzonder: je ziet veel water met overal lange grijs/witte boomstammen die boven het water uitsteken. Deze bomen waren vroeger groen, maar door de komst van het stuwmeer is alles onder water gelopen en zijn de grijs/witte stammen de enige overblijfselen die je boven water nog kunt zien. We varen met een korjaal naar Tonka Island (een korjaal is een lange, uitgeholde boomstam met daar in dit geval een 40 pk motor achter). De stuurman manoeuvreert behendig tussen de dode boomstammen door en na een tochtje van een half uur is het eiland dan in zicht!
We bezetten met onze groep gelijk het grootste huis op het eiland: een grote hut met twee verdiepingen voor 25 personen. Nadat iedereen een kamer heeft gevorderd en een plekje voor zijn of haar hangmat heeft bezet gaan de zwembroeken aan en wordt er in het heerlijke water gezwommen. Het water is warmer dan het water uit de douche thuis, maar er zitten ook piranha’s… Gelukkig hebben we daar geen last van, maar wel van groene kleine visjes die zich aan je benen vastzuigen als je te lang stilstaat in het water en dan zich tegoed doen aan een lekker stukje vlees.
’s Middags eten we heerlijk gefrituurde broodvrucht met een lekker sausje en als avondmaaltijd rijst met groenten en worstjes. En dan komt plotseling het groep-8-kampgevoel weer boven. Oftewel: kampvuurtje stoken! Maar dat is nog een behoorlijke klus met een windkracht die stoelen omver blaast… Na een stief kwartiertie knappert het eerste stukje hout en na 5 minuten zit iedereen gezellig met een satéprikker spekjes te roosteren boven het warme vuur. De sterke verhalen komen tevoorschijn, er wordt gelachen en gekletst en om een uurtje of 1 is het dan toch echt bedtijd voor mij.
Ik duik in een gewoon bed, maar slapen lukt niet echt lekker. Er zitten geen ramen of deuren in mijn kamertje dus het waait overal. Dan zijn er nog de vleermuizen die langs je klamboe vliegen en het geruis van de golfen die tegen het strandje opbeuken. Als er dan tot slot ook nog een groepje levensmoede mensen besluiten om op te gaan staan om kwart over 7 (!) om te gaan kijken naar de zonsopgang geef ik de moed maar op.
De dag die zo slecht begon gaat gelukkig wel heel mooi verder. Ik besluit er maar eens met mij en mijn fotocamera op uit te trekken richting bos. Samen met Ilse en Brechje gaan we de botanische tuin van meneer Frits van Troon binnen. De luchtvochtigheid is erg hoog, maar het is verschrikkelijk mooi om te zien. Overal kruipen of vliegen beestjes in het rond, mieren van verschillende soorten en maten (tot soms, ik overdrijf niet, ruim 1 cm lang) rennen van hot naar her, spinnen wachten geduldig op hun volgende prooi en vlinders dartelen vrolijk tussen de bomen door in het mooie stukje tropisch bos. We steken een stukje met lage begroeiing over om dan het echte bos in te gaan. Er wordt op de tenen geslopen, gefluisterd en zoveel mogelijk genoten van de omgeving. Het is prachtig om tussen de bomen door de lopen, overal geluiden te horen die je niet kent en (naar eigen mening) schitterende foto’s te maken! Echt een aanrader als je nog eens naar Suriname wilt komen om mij te bezoeken! Als we net een prachtige vlinder op de foto hebben gezet worden we opgeschrikt door een zwaar geluid dat lijkt op het hoefgetrappel van een paard. Angstig lopen we verder het bos in, volop discussiërend over wat het voor dier zou kunnen zijn (een zwijn, een paard, een hert, een eenhoorn, een centaur, alles is mogelijk op dit eiland). Voorzichtig lopen we tussen de bomen, struiken, spinnenwebben en rondvliegende insecten, de natuur zo min mogelijk verstorend. Plots beweegt er boven in de bomen iets. Waar we voor komen zien we snel wegspringen: apen! Hoog in de bomen springen ze net weg, van tak naar tak, boom naar boom. Heel indrukwekkend en adrenaline verhogend om te zien. Als we nog stiller dan hiervoor verder lopen zien we er nog meer stuntelen tussen de verschillende bomen. Minuten lang staan we stil te kijken naar boven, hopend op een moment om de dieren vast te leggen. Het is al bijna lunchtijd, dus we besluiten terug te gaan. Vol adrenaline, maar lichtelijk teleurgesteld omdat ik nog geen aap op de foto kan krijgen krijg ik nog één kans. Als we weer in het kleine bosje zijn zien we opnieuw hoog in de bomen een aap rondspringen tussen de takken. Snel als hij is (en langzaam als ik ben) krijg ik het diertje weer niet op de foto helaas, maar ik kan nu wel zeggen: ik heb wilde apen gezien!
Om 2 uur vertrekt de boot weer richting het vaste land. Bruut verstoor ik de rust van de buschauffeur door te vragen of het goed is als we een uurtje eerder terug gaan, omdat we niet zo veel zin hebben om in de regen te wachten. O ja, vergeten te melden: vanaf het moment dat we in de bus stapten zaterdag is het prachtig weer en zijn er weer menige huidjes omgetoverd tot kreeftenschildjes door de zon die hoog aan de hemel staat te branden. Maar op het moment dat we halverwege zijn in het bootje op de terugweg merk je dat je de grote stad weer nadert, want het begint gelijk weer te regenen.
Erg leuk om te zien ook de terugweg: een buschauffeur die als een bezetene over een door de regen tot modderglijbaan omgetoverde bauxietweg rijdt, terwijl er 21 studenten in z’n busje angstig naar buiten kijken om te zien of het allemaal wel goed gaat. Ik zit helemaal achterin en daar wordt het steeds donkerder: De hele achterkant is rood van de opspattende rode modder.
Ik weet niet of ik al verteld heb hoe het gemiddelde busje er hier uit ziet, maar deze was nog net iets erger in de regen: de ramen klapperden, vocht blijft in het gootje staan en daardoor klappert al het rode water op de armpjes, beentjes en gezichtjes van de arme studentjes die bij het raam wilden zitten. Zoals ik al zei: ik zit achterin en heb nergens last van, alleen van de warmte in het busje, omdat er dus geen enkel raampje open kan en de buschauffeur volgens mij uit wraak de airco niet aan wil doen.
Maar dan komen we weer aan in Paramaribo (de buschauffeur had haast, want de terugreis duurde bijna een half uur korter, terwijl het regende) en besluiten we bij de Pizzahut wat te gaan eten. En ja hoor, Wim treft het weer, want de mevrouw achter de balie antwoord doodleuk op mijn vraag of ik de pizza ook zonder kaas kan krijgen: een pizza zonder kaas is geen pizza. Aangezien ik geen zin heb in discussie duik ik maar de naastgelegen KFC in om daar lekkere frietjes en kippenvleugeltjes te gaan halen. Na een ruim half uur (!) te hebben gewacht op de pizza’s van de dames belanden we thuis. En thuis is er al voor de derde keer deze week post voor mij! Eerst van Dave (nogmaals bedankt Dave) donderdag van Jan en Henny (op de stichting, ook jullie hartelijk dank voor het kaartje) en dit keer van mijn lieve schat :). Ik zie tot mijn schrik dat het kaartje getekend is op 28 januari, vandaag 27 dagen geleden. Maar als ik het kaartje lees vergeet ik dat meteen en kijk ik met weemoed uit naar mij bed. Mijn bed waar ik lekker kan dromen over de reis die ik misschien wel ga maken naar Sint Eustatius, waar Rianne op dit moment verblijft, omdat ik (volgens de mevrouw van buitenlandse zaken van Suriname) een Surinaams visum kan krijgen. De ticket moet eerst geboekt worden voordat het visum verleend kan worden, maar dat weerhoudt mij er niet van te gaan dromen van prachtige zonsondergangen aan een schitterende blauwe zee op een handdoek naast het liefste meisje ter wereld…
Na het gebed te hebben gedaan eerst maar eens even wat uit die kids halen: weekendverhalen. Toch best wel benieuwd wat ze zoal doen in het weekend. Als eerst vertellen de meeste kinderen dat ze braaf hun huiswerk hebben gemaakt en geleerd. Pas na aandringen dat het me niet om het huiswerk gaat, maar om de vrije tijd die ze hebben vertellen ze over de dingen die ze doen in het weekend. De eerste begint te vertellen dat hij uit is geweest. Ik schrik me een hoedje, maar nadat ik heb begrepen dat “uitgaan” hier betekent dat ze weg zijn geweest (op visite bijvoorbeeld) ben ik weer gerustgesteld. Veel kinderen gaan in het weekend op bezoek bij familie, vrienden of andere bekenden, net zo burgerlijk als in Nederland dus.
Na een leuk kwartiertje met ze te hebben gekletst moeten we dan toch beginnen met de echte lessen. Rekenen, lezen, taal en muziek staan op het programma. Ik mag alles op mijn manier doen, dus dan doe ik dat ook: veel interactie, veel zelf laten oplossen, weinig laten overschrijven en ik moest zelfs één keer boos worden op een leerling omdat ze voor de zoveelste keer zat te praten. Op het moment dat ik haar op een andere plek laat zitten zie je gelijk de andere leerlingen een beetje schrikken: meneer kan dus wel boos worden. De ochtend verloopt verder op rolletjes.
Totdat ik bij de muziekles kom. Niet dat deze niet op rolletjes loopt, maar als ik net leuk bezig ben met de leerlingen komt de directeur mij vertellen dat we al om half één naar huis mogen, in plaats van één uur. De kinderen springen een gat in de lucht, maar als het dan half één is, willen ze graag nog even doorgaan met de muziekles: voldoening bij mij alom!
Dinsdag word ik wakker (nouja, wakker worden na bijna niet geslapen te hebben is nou ook niet echt wakker worden) met een flinke hoofdpijn. Aangezien ik maandagavond niets geks heb gedaan en nog voor 11 uur op bed lag kan ik geen reden bedenken van deze plotselinge verhindering. Ik besluit dan ook thuis te blijven van stage. Als ik mij ’s middags wat beter voel ga ik toch maar naar een voorlichting over het Sam Sam Web Expeditie project. Een project waarbij kinderen uit verschillende landen contact hebben met elkaar en een soort wedstrijd spelen. Als blijkt dat het vijf donderdagen duurt en ik al minstens twee donderdagen niet kan, besluit ik er van af te zien, hoewel het me wel een leuk project lijkt. Na de voorlichting drink met Philip even gezellig wat in de stad en is het eindelijk weer even mannen-onder-elkaar-klets.
De dagen vliegen voorbij en voor ik weet is het alweer zaterdag. Vroeg op vandaag, want we gaan met een groep van 21 studenten een trip maken naar Tonka Island. Voor diegenen die niet weten waar Tonka Island ligt: Het is een eilandje in het Brokopondo Stuwmeer (het stuwmeer zul je zelf even moeten opzoeken op de kaart, je kunt het niet missen). Oorspronkelijk was Tonka Island een berg in het dal waar nu het stuwmeer ligt. In 1964 is begonnen met het vol laten lopen van het stuwmeer en na 15 jaar was het vol. Zeven dorpen moesten hiervoor ruim baan maken en de belangrijkste bewoner van Tonka Island, meneer Frits van Troon, is dan ook druk in de weer om ervoor te zorgen dat er nog een klein stukje van het oorspronkelijke blijft bestaan op Tonka Island.
We vertrekken om kwart voor zeven ’s ochtends met de bus richting het stuwmeer (eigenlijk half zeven, maar ondertussen ben ik al gewend aan het “Surinaams Kwartiertje”. Na een rit van ongeveer 2,5 uur over de bekende bauxietweg komen we aan bij de rand van het meer. Het uitzicht over het meer is erg bijzonder: je ziet veel water met overal lange grijs/witte boomstammen die boven het water uitsteken. Deze bomen waren vroeger groen, maar door de komst van het stuwmeer is alles onder water gelopen en zijn de grijs/witte stammen de enige overblijfselen die je boven water nog kunt zien. We varen met een korjaal naar Tonka Island (een korjaal is een lange, uitgeholde boomstam met daar in dit geval een 40 pk motor achter). De stuurman manoeuvreert behendig tussen de dode boomstammen door en na een tochtje van een half uur is het eiland dan in zicht!
We bezetten met onze groep gelijk het grootste huis op het eiland: een grote hut met twee verdiepingen voor 25 personen. Nadat iedereen een kamer heeft gevorderd en een plekje voor zijn of haar hangmat heeft bezet gaan de zwembroeken aan en wordt er in het heerlijke water gezwommen. Het water is warmer dan het water uit de douche thuis, maar er zitten ook piranha’s… Gelukkig hebben we daar geen last van, maar wel van groene kleine visjes die zich aan je benen vastzuigen als je te lang stilstaat in het water en dan zich tegoed doen aan een lekker stukje vlees.
’s Middags eten we heerlijk gefrituurde broodvrucht met een lekker sausje en als avondmaaltijd rijst met groenten en worstjes. En dan komt plotseling het groep-8-kampgevoel weer boven. Oftewel: kampvuurtje stoken! Maar dat is nog een behoorlijke klus met een windkracht die stoelen omver blaast… Na een stief kwartiertie knappert het eerste stukje hout en na 5 minuten zit iedereen gezellig met een satéprikker spekjes te roosteren boven het warme vuur. De sterke verhalen komen tevoorschijn, er wordt gelachen en gekletst en om een uurtje of 1 is het dan toch echt bedtijd voor mij.
Ik duik in een gewoon bed, maar slapen lukt niet echt lekker. Er zitten geen ramen of deuren in mijn kamertje dus het waait overal. Dan zijn er nog de vleermuizen die langs je klamboe vliegen en het geruis van de golfen die tegen het strandje opbeuken. Als er dan tot slot ook nog een groepje levensmoede mensen besluiten om op te gaan staan om kwart over 7 (!) om te gaan kijken naar de zonsopgang geef ik de moed maar op.
De dag die zo slecht begon gaat gelukkig wel heel mooi verder. Ik besluit er maar eens met mij en mijn fotocamera op uit te trekken richting bos. Samen met Ilse en Brechje gaan we de botanische tuin van meneer Frits van Troon binnen. De luchtvochtigheid is erg hoog, maar het is verschrikkelijk mooi om te zien. Overal kruipen of vliegen beestjes in het rond, mieren van verschillende soorten en maten (tot soms, ik overdrijf niet, ruim 1 cm lang) rennen van hot naar her, spinnen wachten geduldig op hun volgende prooi en vlinders dartelen vrolijk tussen de bomen door in het mooie stukje tropisch bos. We steken een stukje met lage begroeiing over om dan het echte bos in te gaan. Er wordt op de tenen geslopen, gefluisterd en zoveel mogelijk genoten van de omgeving. Het is prachtig om tussen de bomen door de lopen, overal geluiden te horen die je niet kent en (naar eigen mening) schitterende foto’s te maken! Echt een aanrader als je nog eens naar Suriname wilt komen om mij te bezoeken! Als we net een prachtige vlinder op de foto hebben gezet worden we opgeschrikt door een zwaar geluid dat lijkt op het hoefgetrappel van een paard. Angstig lopen we verder het bos in, volop discussiërend over wat het voor dier zou kunnen zijn (een zwijn, een paard, een hert, een eenhoorn, een centaur, alles is mogelijk op dit eiland). Voorzichtig lopen we tussen de bomen, struiken, spinnenwebben en rondvliegende insecten, de natuur zo min mogelijk verstorend. Plots beweegt er boven in de bomen iets. Waar we voor komen zien we snel wegspringen: apen! Hoog in de bomen springen ze net weg, van tak naar tak, boom naar boom. Heel indrukwekkend en adrenaline verhogend om te zien. Als we nog stiller dan hiervoor verder lopen zien we er nog meer stuntelen tussen de verschillende bomen. Minuten lang staan we stil te kijken naar boven, hopend op een moment om de dieren vast te leggen. Het is al bijna lunchtijd, dus we besluiten terug te gaan. Vol adrenaline, maar lichtelijk teleurgesteld omdat ik nog geen aap op de foto kan krijgen krijg ik nog één kans. Als we weer in het kleine bosje zijn zien we opnieuw hoog in de bomen een aap rondspringen tussen de takken. Snel als hij is (en langzaam als ik ben) krijg ik het diertje weer niet op de foto helaas, maar ik kan nu wel zeggen: ik heb wilde apen gezien!
Om 2 uur vertrekt de boot weer richting het vaste land. Bruut verstoor ik de rust van de buschauffeur door te vragen of het goed is als we een uurtje eerder terug gaan, omdat we niet zo veel zin hebben om in de regen te wachten. O ja, vergeten te melden: vanaf het moment dat we in de bus stapten zaterdag is het prachtig weer en zijn er weer menige huidjes omgetoverd tot kreeftenschildjes door de zon die hoog aan de hemel staat te branden. Maar op het moment dat we halverwege zijn in het bootje op de terugweg merk je dat je de grote stad weer nadert, want het begint gelijk weer te regenen.
Erg leuk om te zien ook de terugweg: een buschauffeur die als een bezetene over een door de regen tot modderglijbaan omgetoverde bauxietweg rijdt, terwijl er 21 studenten in z’n busje angstig naar buiten kijken om te zien of het allemaal wel goed gaat. Ik zit helemaal achterin en daar wordt het steeds donkerder: De hele achterkant is rood van de opspattende rode modder.
Ik weet niet of ik al verteld heb hoe het gemiddelde busje er hier uit ziet, maar deze was nog net iets erger in de regen: de ramen klapperden, vocht blijft in het gootje staan en daardoor klappert al het rode water op de armpjes, beentjes en gezichtjes van de arme studentjes die bij het raam wilden zitten. Zoals ik al zei: ik zit achterin en heb nergens last van, alleen van de warmte in het busje, omdat er dus geen enkel raampje open kan en de buschauffeur volgens mij uit wraak de airco niet aan wil doen.
Maar dan komen we weer aan in Paramaribo (de buschauffeur had haast, want de terugreis duurde bijna een half uur korter, terwijl het regende) en besluiten we bij de Pizzahut wat te gaan eten. En ja hoor, Wim treft het weer, want de mevrouw achter de balie antwoord doodleuk op mijn vraag of ik de pizza ook zonder kaas kan krijgen: een pizza zonder kaas is geen pizza. Aangezien ik geen zin heb in discussie duik ik maar de naastgelegen KFC in om daar lekkere frietjes en kippenvleugeltjes te gaan halen. Na een ruim half uur (!) te hebben gewacht op de pizza’s van de dames belanden we thuis. En thuis is er al voor de derde keer deze week post voor mij! Eerst van Dave (nogmaals bedankt Dave) donderdag van Jan en Henny (op de stichting, ook jullie hartelijk dank voor het kaartje) en dit keer van mijn lieve schat :). Ik zie tot mijn schrik dat het kaartje getekend is op 28 januari, vandaag 27 dagen geleden. Maar als ik het kaartje lees vergeet ik dat meteen en kijk ik met weemoed uit naar mij bed. Mijn bed waar ik lekker kan dromen over de reis die ik misschien wel ga maken naar Sint Eustatius, waar Rianne op dit moment verblijft, omdat ik (volgens de mevrouw van buitenlandse zaken van Suriname) een Surinaams visum kan krijgen. De ticket moet eerst geboekt worden voordat het visum verleend kan worden, maar dat weerhoudt mij er niet van te gaan dromen van prachtige zonsondergangen aan een schitterende blauwe zee op een handdoek naast het liefste meisje ter wereld…
-
25 Februari 2008 - 13:37
Dave:
He Wim,
Graag gedaan hoor :) . heb eindelijk vakantie. Begin toch wel wat jalours te worden op je. Echt super dat je er een mooie tijd beleeft.
Greetz en A je To
Dave -
25 Februari 2008 - 14:14
Henny:
ha die wim wat een avondturen beleef je toch we worden er jaloers op .hele mooie foto,s volgens my kunnen we beter een reisje boeken naar paramaribo,maar helaas we gaan toch maar naar de dames die komen namelyk kleren tekort dus wachten die met smart op ons en op de hagelslag.(hannah) de volgende kaart is alweer onderweg zal wel weer even duren.groetjes henny -
25 Februari 2008 - 14:24
Nanda:
Wauw.....maak nog veel meer tripjes...ik wil foto's zien, haha! :D Doe de groeten aan Philip....
Liefs,
Nanda -
25 Februari 2008 - 17:05
Bakra Marike:
Hoi Wim. Heerlijk verhaal weer. Is het al gestopt met regenen in de stad inmiddels? En wat goed dat je dagje 'alleen' zo lekker liep! Houden zo... ik kijk met smart uit naar het volgende verhaal! Groeten en een bigi brasa Marike -
25 Februari 2008 - 17:32
Liesbeth:
Het is dat ik al een onderwijsdiploma heb anders ging alsnog de pabo doen om ook stage te kunnen lopen in Suriname. Want zeg nu even eerlijk......dit is toch gewoon vakantie! -
25 Februari 2008 - 18:31
Rian:
Ey Lief, je hebt er weer een mooi verhaal van gebrouwen ;) Vooral die laatste 10 regels :D Krijg der bijna rooie wangen van :P Vet gave foto van die vlinder, alleen die mier, spin en apenpoep..... Nou ja ik zeg al niks meer! Iig fijn dat je zo'n mooi weekend hebt gehad! Dikke (K) -
27 Februari 2008 - 15:00
Oma En Opa Wint:
jij maakt nogal wat mee maar geniet er van als mammie en marga straks komen
oma en opa -
27 Februari 2008 - 18:18
Gerda:
Geweldige verhalen wim. Om jaloers op te worden, maar goed het is je van harte gegund. Blijf schrijven, dan kunnen we toch meegenieten.
Groetjes en nog veel plezier.
Jan, Gerda en Ingrid.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley